Banner trap
< terug naar eerdere gedichten

Tadeusz Rózewicz

Foto © Jacinthe Sykora


Stadsdichter Otteline van Panthaleon van Eck kiest een favoriet gedicht.

Polen is een plat land waarover eeuwenlang legers marcheerden van west naar oost en van noord naar zuid en in omgekeerde richting. Ook politiek is Polen op alle mogelijke manieren gegijzeld geraakt. Bovendien heeft het katholicisme een zware stempel op de Poolse ziel gezet. Ik herinner mij, dat in het diepst van het oerbos aan de grens van Wit-Rusland, in het holst van de eenzaamheid, onze Poolse gids, angstig om zich heen kijkend, ons toefluisterde hoe erg hij de kerk haatte. Maar alle legers, bezettingen en gijzelingen hebben de Poolse ziel niet kunnen breken en dat wordt nog het meest duidelijk in hun literatuur.

Er zijn meerdere vertalers en schrijvers die Polen voor ons ontsloten hebben, zoals Karol Lesman en onze stadsgenote Gerdien Verschoor, maar ik houd het dit jaar bij de onnavolgbare Gerard Rasch, die vanaf zijn eerste vertaling de deur naar Polen en haar schitterende poëzie voor me opende.

We beginnen met Tadeusz Rózewicz (1921-2014), die samen met zijn broer, die door de Gestapo werd geëxecuteerd, in het Poolse verzet zat. Hij schreef zowel gedichten als talloze toneelstukken.

waarom ik schrijf?
soms verhult ‘het leven’
Het
dat groter is dan het leven
Soms verhullen bergen
Het
dat achter de bergen is
dus moeten bergen worden verplaatst
maar ik beschik niet over de nodige
technische middelen
noch de kracht
noch het geloof
dat bergen verzet
dus krijg je het
nooit te zien
dat weet ik
en daarom
schrijf ik

Dat ongrijpbare ‘Het’ is waar de Poolse dichters hun begin- en eindpunt hebben en waarom ze me zo raken.

Inschrijven nieuwsbrief