Banner trap
< terug naar eerdere schrijftips

Pauline de Bok

Foto © Jan Banning


Een tekst is geen abstractie. Je leest hem met je ogen, er zijn woorden die er mooi uitzien, zoals kikker en spijt, gnuiven en zaniken, vierkantswortel, modder en wiedeweerga.

Woorden hebben niet alleen een visuele verschijningsvorm, je hoort ze al lezend ook met je innerlijk oor, daar leeft de poëzie van, o krinklende, winklende waterding. Een tekst sleept of hamert, jammert of juicht, een tekst heeft ritme, herhaalt, laat weg, je hoort hem zelfs tussen de regels door klinken. En meer. Je proeft hem, ruikt hem, voelt hem; hij smaakt naar meer of je worstelt er doorheen.

Het verbaast me nog elke dag hoe tekst tot stand komt. Als schrijver heb je er maar half grip op, je behelpt je met wisselende do’s en don’ts. Hier een paar favorieten van het moment:

Schrijf concreet en met je al zintuigen.

Draai geen krullen in je zinnen, wees zuinig met beelden en laat ze al helemaal niet over elkaar buitelen, want een metafoor moet de tijd krijgen om weg te ebben. (Kijk, dat bedoel ik nou: krullen draaien, over elkaar buitelen en wegebben, wat gebeurt hier, waar zijn we in vredesnaam: bij de kapper, in de speeltuin of aan zee?)

Mijd lege woorden vol bepaalde mogelijkheden, operationele opties, intermenselijke communicatie.

Doe niet moeilijk, want als het je niet lukt iets eenvoudig op te schrijven, dan kun je al helemaal geen moeilijke zinnen aan.

Probeer geen indruk te maken, laat niemand meekijken over je schouder, maar daal af in jezelf en zoek en probeer, verwerp, en probeer opnieuw.

Leg weg, laat met rust. Kijk er later weer naar, met een koud oog en vreemde oren. Tot het goed is, goed genoeg.

Pauline de Bok schreef onder andere Steden zonder geheugen. In het voetspoor van Isaac Babel, Doodsberichten, Blankow of het verlangen naar Heimat, de roman De jaagster en Buit. Een jachtjaar. Voor De jaagster haalde ze haar Duitse jachtdiploma. Zowel Blankow als Buit verschenen ook in Duitsland. Naast haar eigen werk vertaalt ze Duitse literatuur. Ze geeft les op de Vertalersvakschool en woont afwisselend in Amsterdam en op het Mecklenburgse platteland, waar haar laatste boeken zich afspelen. Haar website vind je hier.

Inschrijven nieuwsbrief